In de tweewekelijkse rubriek De Correspondent chat Jalta met Nederlanders in den vreemde. Vandaag verscheen deel 11 met, jawel, mijzelf. Met Jeroen Langelaar sprak ik onder meer over waarom ik Nederland heb verlaten, welke lessen ik heb geleerd in mijn nieuwe thuisland en of de emigratie me gelukkiger heeft gemaakt…
Hoe was de eerste tijd in Italië? Moest je erg wennen?
“Ik kwam hier in de zomer en ging meteen aan de slag met de B&B. We zaten bijna de hele zomer vol, dus ja: dat was wennen. Ik ging van een negen-tot-vijfbaan naar drukke en wisselende werkdagen. Iedere dag is anders: studio’s klaarmaken, boekingen beheren, administratie, gasten verwelkomen, tips geven, kleine problemen oplossen… Ik moest er enorm aan wennen, maar vond het wel meteen erg leuk!”
En Italië als land? De omgang, de cultuur?
“Oei. Ja, je denkt ‘nou, Europa, dat zal niet zoveel verschillen’. Nou, wel dus. Vooral hier in het zuiden is alles echt nog wat ouderwets. Dat merk je bijvoorbeeld met stelletjes. Remo ging afgelopen winter met een vriend op vakantie. Wij allebei werden raar aangekeken: dat we toch zonder elkaar op vakantie gingen! Of ik dat niet raar vond of bang was dat hij er met iemand anders vandoor zou gaan… Ik ben voor Nederlandse begrippen al vrij nuchter, dus hier ben ik extreem anders dan de vrouwen van mijn leeftijd.”
Je woonde in Nederland in het katholieke zuiden, dus de cultuur was je enigszins bekend? Of was dat onvergelijkbaar?
“Ik ben van huis uit wel katholiek, maar daar merkte ik in Nederland niet zoveel van. Wij gingen nooit naar de kerk. En trouwens: hier gaan de meeste mensen van onze leeftijd ook niet naar de kerk. Maar ze gaan wel pas samenwonen als ze getrouwd zijn en laten hun kinderen dopen – ook als ze nooit naar de kerk gaan.”
Lees verder op de website Jalta.nl >>